1. | Relaties |
| Voordat we een offerte kunnen maken moeten eerst de klantgegevens ingevoerd worden. Elke nieuwe relatie moet ingevoerd worden in het overzicht relaties of in het overzicht relatiebeheer. Debiteurgegevens zijn niet direct nodig. |
| |
2. | Klantgroepen |
| Binnen realtiebeheer kan de klantgroep bepalend zijn voor de tarieven die we voor deze klant in rekening brengen. Ook kunnen er in- of verkoopcondities gekoppeld zijn aan de klantgroep. De klantgroep kan bij een persoon (particulier) of bij de organisatie ingevoerd worden. |
| |
3. | Functies |
| Binnen Verkoop kennen we twee functies, die van belang zijn: 1. Projectmanager 2. Accountmanager De projectmanager is verantwoordelijk voor een project. De accountmanager is verantwoordelijk voor een offerte.Deze functies kunnen toegevoegd worden in het overzicht functies In het overzicht medewerkers krijgt een medewerker een functie. In het overzicht relaties is ook een functie opgenomen. Dit is een externe functiebenoeming en kan dus afwijken van de interne functie, die bij medewerkers is gedefinieerd. |
| |
4. | Medewerkers |
| Nadat de functies zijn aangemaakt kunnen de gegevens van de medewerkers worden ingevoerd. De medewerkers met deze functie moeten eerst ingevoerd worden in relatiebeheer, als contactpersoon onder de eigen organisatie en daarna in het overzicht medewerkers. |
| |
5. | Leveranciers |
| De NAW gegevens van een leverancier worden eerst opgenomen in relatiebeheer. Daarna kan een levercier aangemaakt worden in het overzicht leveranciers. |
| |
6. | Inkoopassortimenten |
| Inkoopassortimenten worden op Artikelbeheer.nl gepubliceerd. Wilt u gebruik maken van één of meer van deze inkoopassortimenten, neem dan contact op met het serviceteam van artikelbeheer. Informatie kunt u vinden op de site van www.artikelbeheer.nl Heeft u eigen inkoopassortimenten van lokale leveranciers, dan kunnen deze geïmporteerd worden met behulp van de excel-importfunctie. U mag maximaal 5000 eigen artikelen importeren. Heeft u meer en grotere bestanden, laat deze artikelbestanden dan inlezen door het serviceteam van artikelbeheer. |
| |
7. | Inkoopcondities |
| In de meeste gevallen bevatten de inkoopassortimenten bruto prijsinformatie. De netto prijs wordt bepaald door de inkoopcondities. Dit zijn uw eigen prijsafspraken met de leverancier en worden ook door u verwerkt in het systeem. De inkoopcondities worden per leverancier geïmporteerd in het overzicht inkoopcondities.
In Mijn Bedrijfsinstellingen kunnen we bij het tabblad Offerte aangeven of we met deze inkoopcondities willen werken. Standaard staat deze instelling op ja. In de ZP-versie werken we altijd met inkoopcondities. |
| |
8. | Verkoopprijzen |
| Voor materiaal wordt de verkoopprijs bepaald door op de inkoopprijs een toeslag te zetten of door op de bruto prijs een korting te geven. De standaard toeslag of korting op materiaal kan in het overzicht kostensoorten vastgelegd worden. Meer gespecificeerde verkoopprijzen kunnen in het overzicht verkoopcondities vastgelegd worden. |
| |
9. | Tarieven |
| De basistarieven kunnen per werksoort vastgelegd worden in het het overzicht werksoort. Meer gespecificeerd kan het extern tarief vastgelegd worden in het overzicht tarieven. Het is ook mogelijk om hier te werken met kortingen op de tarieven uit het overzicht werksoort of een toeslag op het interne uurtarief van een medewerker. Dit laatste kan ingevoerd worden in het overzicht medewerkers.
In de ZP-versie kennen we geen werksoorten, daar kan in het overzicht Tarieven één tarief opgenomen worden voor Arbeid en één tarief voor Reiskosten. |